Mooie gesprekken op een bankje in de zon
Ik woon in een toeristisch gebied en als ik met mijn honden ga lopen, probeer ik de meute te ontwijken. Een van mijn honden is namelijk erg speels en ziet in ieder mens of dier dat ze tegenkomt een potentieel speelkameraadje. Dat kan bij een wandeling erg vermoeiend zijn. Dus waar de meute naar de molens gaat, ga ik naar de rivier.
Ik loop dan een flink stuk langs de rivier en halverwege ga ik vaak op een van de vele bankjes zitten. Gewoon een beetje mijmeren en kijken naar de bootjes, de golven die voorbij rollen of het vervoer van mens of materiaal over het water. Meestal zoeken de hondjes onder het bankje dan wat verkoeling in de schaduw en is het nog vroeg, dan is het gras meestal nog lekker koel. Ze blaffen eens tegen een dorpsbewoner met hond die voorbij komt of laten zich aaien door een kindje uit de buurt.
Soms schuift er eens iemand aan op het bankje. Het betreft vaak mensen die wachten op hun vervoer over het water of fietsers die even een rustmoment nemen. Rond lunchtijd worden er broodtrommeltjes tevoorschijn gehaald. Maar ook de warmhoudbeker met koffie of een lauw blikje frisdrank. Gek genoeg beginnen mensen meestal over het bijzondere uitzicht. Omdat dichtbij het water wonen essentieel is voor mij en ik dit dus altijd doe, sta ik er niet zoveel meer bij stil. Als ik er meer bewust mee bezig ben, dan kan ik het alleen maar beamen. Een wijds uitzicht met veel groen of als ik de andere kant opkijk zie ik de skyline van een wereldstad.
Zomaar een van de “aanschuivers’…. het is een oudere goed verzorgde dame die hier blijkbaar vaker met haar dochters is geweest. “We maakte er altijd een feestje van” en er verschijnt een glimlach om haar mond. Maar ik zie ook verdriet in haar ogen en vraag haar voorzichtig of het niet meer mogelijk is om dit nog te doen. Ze zucht een keer “Nee helaas mevrouw, Mia mijn jongste is op de fiets geschept met de kleine achterop. Gelukkig leeft de kleine nog wel, maar Mia is over de motorkap gerond en met haar hoofd op de weg terecht gekomen. Zo’n idioot die zonodig moest hardrijden in de stad.” Ze haalt een keer heel diep adem en gaat dan verder “Paulien heb ik 14 maanden geleden naar het graf gedragen. Kanker.” Haar fragiele maar eerste zo fiere schouders, hangen een beetje.
“U heeft veel verdriet te verduren gehad, maar u heeft ook vast heel veel mooie momenten met uw dochters gehad.” Ze veert een beetje op en begint te vertellen over de gezamenlijke uitjes. Uitjes die ze enkele weken vooraf begonnen te regelen. Ieder had een eigen taak en gezamenlijk namen ze alles vlak voor het evenement nog eens door. Ze hadden blijkbaar enorm veel voorpret en ik zie in de ogen van de oude dame dat ze zo’n momentje voor de geest haalt. “Aha, daar is de waterbus. Ik ga maar alvast lopen. Ik ben niet meer zo snel.” Ze lacht een keer naar mij. “Dank u wel!” zegt ze vervolgens. “Waarvoor?” vraag ik. “Voor het me helpen herinneren dat we het samen ook zo leuk hebben gehad. Ik doe dat te weinig.” En met haar handtas aan de arm en een grote zonnebril op de neus, loopt ze in alle rust richting de waterbus. Ik kijk haar na en denk, wat een prettig gevoel is dat!