Ik ben fan van het pontje

Hoewel we in Nederland veel bruggen hebben, hebben we over al die rivieren ook nogal wat pontjes varen en ik ben fan! Ik weet eigenlijk niet waarom, want een brug geeft het gevoel van die vaste verbinding die er altijd is en een gevoel van vrijheid om te gaan en te staan waar jij wilt. Dat heeft het pontje niet en toch word ik blij van het pontje.
Je hebt natuurlijk de echte oversteekplaats waar je al dan niet met je voertuig het pontje op gaat om exact aan de overkant er weer af te gaan. Je staat daar netjes in de rij tot je aan de overkant bent. Maar je hebt ook het pontje waar je lopend of met de fiets op gaat en het pontje je mee de rivier opneemt naar een andere plaats. Zo kunnen veelal dorpen een extra vervoersmiddel bieden aan de inwoners. Een korte weg voor de scholier of man of vrouw die naar het werk gaat. Je kunt dan lekker binnen opwarmen als het koud of nat is, je kunt meestal koffie of theedrinken, en een automaat kan nog wat anders bieden. Niet zelden is er ook televisie aan boord. Is het goed weer, dan neem je lekker plaats op het dek en er is altijd een mooi uitzicht op het water, voorbij varende schepen of veelal groene oevers. Hoewel iedereen met z’n eigen ding bezig is, heerst er toch een soort eenheidsgevoel en het water maakt je rustig.
De schemering van nacht naar dag is net ingezet en ik loop met mijn honden langs de rivierdijk. Aan het einde van het wandelpad is een pontje al actief om reizigers de rivier over te zetten. Terwijl mijn honden lopen te scharrelen tussen al dat verse – en ietwat natte – gras, zie ik mensen gehaast of minder gehaast de weg naar het pontje vinden. Het ziet er amusant uit en ik besluit wat reizigers te volgen. Er staan een zevental auto’s te wachten tot het pontje aanlegt en zij het dek op kunnen rijden. Een man is druk in gesprek, ik denk via de telefoon. Hij zit namelijk alleen in de auto. Hij gebruikt zijn handen en is erg beweeglijk en dan vraag ik me af of op een zo vroege morgen al een dergelijk heftig ogend gesprek gevoegd moet worden. Rustig opstarten denk ik altijd.
De fietser die net aan komt rijden en ook het pontje op wil, kan net tussen twee auto’s door. In de haast neemt hij wel bijna de spiegel van een van de auto’s mee. Hij hoopt waarschijnlijk nog meer dan de automobilisten, dat het pontje snel komt. Hoewel zijn regenpak er solide uitziet, vangt hij de regen immers wel direct op. Vooraan de rij staat een roze Fiat 500 en natuurlijk zit er dan een vrouw in. Een kleine donkerharige vrouw van Aziatische afkomst. Ze zit heel relaxed in haar grappige auto met haar hoofd tegen de hoofdsteun en ze rookt uitermate ontspannen een sigaret. Althans dat denk ik, maar het zou evengoed een joint kunnen zijn. Wie maakt haar wat vandaag …
Uiteraard staan er ook al wat busjes te wachten, volgepropt met bouwvakkers. Ik moet lachen om een van de mannen die ongelooflijk smakelijk zijn boterham aan het wegwerken is. Ogenschijnlijk krijgt hij commentaar van een medepassagier. Misschien eet hij met open mond of stinkt zijn beleg, ik weet het niet. Ik passeer wel eens zo’n opstapplaat van bouwvakkers en verbaas me altijd over de volle koelbox die ze iedere dag weer leeg mee terug naar huis nemen.
Dan legt het pontje aan, rijden er enkele auto’s af die de oversteek al gemaakt hebben en natuurlijk zit er weer een trage tussen die meteen de claxon van de achter hem rijdende auto krijgt. Ppfff … kort lontje al zo vroeg op de morgen. De Aziatische vrouw start haar autootje en de wachtende auto’s rijden rustig het pontje op. Intussen zie ik ook het loop- en fietspontje voorbij varen met enkele passagiers. Het regent dus iedereen staat binnen. De telefoon lijkt toch favoriet te zijn, want alle passagiers turen aandachtig op schermpjes, tot het moment dat ik een man een pagina van een krant om zie slaan. Ja, ze zijn er nog de papieren versies. De dag is begonnen en ik wandel terug naar huis … om mijn dag te beginnen.
15/3/2019